Was Dogen een wappie?
Een merkwaardige titel boven dit blogbericht deze keer. Gaandeweg wordt je wel duidelijk waarom ik daarvoor gekozen heb.
Dogen was een Japanse zenmeester uit de dertiende eeuw en hij wordt gezien als een van de grootsten uit de geschiedenis van het boeddhisme en met terugwerkende kracht als de oprichter van de op dit moment grootste zenschool ter wereld.
En een ‘wappie’ is een term die het laatste jaar opgeld heeft gedaan. Het is een verbastering van de uitdrukking ‘van de wap zijn’, in de war zijn, gek zijn. Het typerende is dat de mensen die als zodanig geclassificeerd worden juist degenen zijn met het gezonde verstand die zich baseren op feiten.
Er is een gemeenschappelijkheid te ontdekken in de persoon van Dogen en in een wappie en dat zul je zien.
Dogen ging al in zijn jonge jaren het klooster in om antwoord te vinden op de vraag die hem bezighield. Die luidde: hoe kan het dat we al verlicht zijn van nature, dat we al in staat zijn om de werkelijkheid te zien voor wat ie is, en dat we dit dan toch nog moeten ‘oefenen’, daar nog moeite voor moeten doen? Hij hoopte het antwoord te vinden in het klooster. Maar hoezeer hij ook oefende en vragen stelde aan de leraren, hij kreeg geen antwoord. Wel zag hij om zich heen dat de mensen die het voor het zeggen hadden, de zenmeesters en abten van die tijd, niet bepaald aan het ‘oefenen’ waren. Ze deden alles om in het gevlei te komen en te blijven bij de heersende klasse van shoguns en lieten zich een comfortabel leventje aanleunen waar ethiek en een moreel kompas ver te zoeken waren.
Gedesillusioneerd vertrok hij naar China in de hoop daar wel wat oprechtheid te vinden. En dat lukte. Hij oefende lang en hard en zag in dat trouw blijven aan je ware natuur, standvastigheid en vertrouwen op mensen die dat ook voorstaan, de vruchten afwerpt van ‘zien wat er gaande is, in jezelf en om je heen’. Dat noemen we verlichting en hij kreeg bevestigd dat hij de Weg bewandelde en de opdracht anderen daartoe aan te sporen in zijn geboorteland. Dus ging hij terug.
Hij beproefde dus eerst zelf wat het inhield om een oprecht leven te leiden en stak daar tijd en moeite in.
In Japan teruggekeerd begon hij dat leven voor te leven en dat trok al snel veel mensen aan. Mensen die er ook schoon genoeg van hadden om voorgelogen te worden door hypocriete figuren. En zijn klooster raakte wijd en zijd bekend. Dat viel niet in goede aarde bij de ‘machthebbers’ en die probeerden hem op alle mogelijke manieren dwars te zitten. Inclusief het in brand steken van zijn klooster. Maar hij liet zich niet ontmoedigen en ging op een andere plek verder. Hij bouwde daar als het ware een parallelle samenleving.
En die gedijde. Die gedijde zo goed dat de ‘machthebbers’ na verloop van tijd steeds minder en minder macht hadden. En uiteindelijk, vele, vele jaren verder, bleek hun aanpak uitgewerkt te zijn en kwam de aanpak van Dogen bovendrijven als de manier om geluk, vrede en harmonie te ervaren.
Waarom dit verhaal van een man van acht eeuwen geleden? Omdat er vele overeenkomsten te trekken zijn. Net als Dogen zoeken op dit moment vele honderdduizenden over de hele wereld uit wat ‘waar’ is van wat ons op de mouw wordt gespeld door figuren die het zelf niet zo nauw nemen met wat goed en juist is. Zij komen er door (zelf)onderzoek achter wat de werkelijkheid is – die heel wat anders is dan wat ons door de main stream media wordt voorgeschoteld. Daarna weten ze waar ze voor moeten staan en ook hoe ze dat kunnen doen en voelen ze zich zeer standvastig. Vervolgens zie je dat ze tegenwerking krijgen, en ook belachelijk worden gemaakt. En weer later komen de ‘machthebbers’ er achter dat ze geen werkelijke macht hebben en dat al hun invloed en boosaardigheid smelt onder de liefde en vrijheid van de ‘wappies’.
Zo zal het ook in de 21e eeuw gaan. En heel wat sneller dan dat de Soto-zenschool van Dogen was opgebouwd.
Het enige spijtige in dit hele verhaal is dat de huidige vertegenwoordigers in de Soto-school zelf nu in diepe slaap gedommeld lijken te zijn op hun meditatiekussens. En met mondmaskers op naar de tv kijken, zich wellicht laten inspuiten met experimentele gentherapie en testbewijzen gaan vragen als je ze op wilt zoeken. Aiai.