Ganzenbord

Ganzenbord

Vandaag deel 2 uit een drieluik dat ik tien jaar geleden schreef, en toen niet publiceerde. Na nummer 3 over enkele dagen volgt een verklaring waarom de tijd nu rijp is.

Ganzenbord: geen onschuldig oudhollands bordspel

Na het eerste artikel waarin de leerling bij zichzelf te rade ging waarom de ongezonde relatie met de leraar in stand gehouden werd vanuit hem/haarzelf, beschrijf ik in dit stuk hoe de relatie vanuit de andere zijde werkt en hoe je aan de leider en de groep er om heen kunt zien dat ‘het niet klopt’. De tien bedorven vruchten die je bereid bent te accepteren omwille van dat wat je leert. Deze opsommming vind je in vele variaties overigens in boeken en stukken op Internet. Niets nieuws onder de zon.

Na de analogie van het muntenschuiverspel, biedt het spel Ganzenbord een passend raamwerk voor de verheldering.

Stel je bent een leerling en begint op het spirituele pad. Gezien mijn reis noem ik dat pad boeddhisme en de ervaring van het laatste decennium zen [gan-zen-bord]. Je krijgt meditatieinstructie en begint te ‘zitten’. De gans komt op het bord en zet de eerste passen. Dat gaat goed! Op nr.5 ontmoet je een mede-reiziger en samen concludeer je dat het werkt, dat het effect heeft.

In de loop van het spel ontmoet je overigens nog vaker een mede-reiziger, een mede-gans en dat is in veel gevallen bemoedigend.

Ook de brug (nr.6), in veel gevallen je eerste leraar, werkt stimulerend. Na de eerste vier maanden kom je op een beetje dood stukje. Je staat voor je gevoel een beetje stil, nr.19 de herberg. Gelukkig wordt er iets in het vooruitgezicht gesteld. Je kunt meedoen aan je eerste retraite, je leest een vervolgboek of geeft al een acceptabel antwoord op een eerste koan.

Je laat je echter geen knollen voor citroenen verkopen en plaatst een kritische opmerking (nr.23, de gans kijkt om). Dat is niet de bedoeling!

De leider, de hoofdleraar, kan niet omgaan met kritiek. Doe je dit en plein public dan wordt je dit duidelijk gemaakt doordat jij beschimpt en vernederd wordt. Doe je dit in een situatie onder vier ogen dan keert de leider dit zodanig dat jij de bekritiseerde bent geworden ten tijde dat je het vertrek verlaat. De eerste bedorven vrucht heb je te pakken.

Je loopt verder. Dan komt het eerste verzoek om geld binnen waar je van schrikt (nr.26 de dobbelstenen). Je hebt je weliswaar opgegeven voor die retraite maar kan dat niet wat minder? Nee, dat kan niet. Als jij daar moeite mee hebt, ben jij de enige, of ben je teveel gehecht aan het materiële, of heb je een ‘geldbubbel’ of kun je sowieso niet goed met geld omgaan. Dat de factuur komt van iemand die zelf geldbelust is, wordt dan mooi verhuld. Maar de dobbelstenen zullen vaker terugkomen. Tweede bedorven vrucht.

Na de retraite/vervolgcursus/doorgaande groep loop je verfrist verder. Helaas! Na een volgende keer gooien beland je in de put, nr.31 – en bedorven derde vrucht. In een persoonlijk gesprek maakt de leider je duidelijk dat je er nog zeker niet bent. Liep je niet wat krom tijdens die retraite, ben je wel helemaal aandachtig bij de theeceremonie? Eigenlijk deug je niet echt maar als je flink je best blijft doen onder zijn leiding, komt het helemaal goed! Hij trekt je er uit, geeft je een klop op de rug en daar ga je!

Een flinke tijd verder. Als je goed om je heen kijkt, zie je dat je in een doolhof terechtgekomen bent (nr.42). De leider begint steeds meer zaken te vertellen die niet kloppen. Die feitelijk niet juist zijn. Hij zegt dat hij filosofie gestudeerd heeft, maar alleen bij stevig doorvragen blijkt hij slechts een paar colleges gevolgd te hebben. Over zijn eigen voorgeschiedenis is hij vaag maar mede-reizigers in zijn tijd herinneren hem nauwelijks. De vierde bedorven vrucht speelt altijd een fikse rol. Dat uit zich ook in een herformulering van begrippen en het introduceren van nieuwe termen. Er worden ook boeken geschreven met deze nieuwe omschrijvingen en definities waardoor de snavels van alle ganzen in de groep in elk geval dezelfde kant uit staan.

Daar hoort dus bedorven vrucht 5 bij: de boeken/producten uit de eigen groep worden hogelijk aangeprezen. Die heb je nodig. Bij boeken worden die, met name in het begin, ook exclusief gebruikt.

Je bent in verwarring. Er zijn nu al een aantal elementen die iedere keer terugkomen en die je niet lekker zitten maar je behoort wel tot een fijne groep (nr.45 ganzen die bij elkaar zijn – 6 in de lijst van bedorven vruchten). Als club ben je toch goed bezig. Je bent succesvol, je behoort tot een elite, de groep groeit en je beloont jezelf en elkaar. De ronkende nieuwsbrieven staan iedere keer vol van de successtories. Tegelijkertijd heb je ook de vluchtige blikken gezien. Bij situaties waarin de eerste vrucht speelt, zie je de angst in de ogen van de mede-ganzen. Er heerst een angstcultuur. Je voelt de ongemakkelijke stilte vallen als de leider zichzelf voor de tweeëndertigste keer die ochtend op de borst slaat, nadat hij 30 halve waarheden en 1 hele leugen heeft verteld.

In het verlengde van de wij-cultuur zal de groep als geheel steeds afzijdiger komen te staan van alle andere spirituele organisaties. Samenwerkingsverbanden worden opgezegd, de dharmabroers en -zussen keren zich af. De leider zelf zal ook gaan aankondigen dat zulke verbindingen niet goed zijn. Wij doen het immers op onze manier en die werkt toch al beter. De zevende bedorven vrucht kan er nog wel bij.

Het is je inmiddels opgevallen dat je een aantal ganzen niet meer ziet, jij bent immers al wel voorbij de gevangenis (nr.52). Waar zijn ze gebleven? In bijeenkomsten van de groep hoor je nooit meer iets, ze worden effectief doodgezwegen. Zou je de leider er op aanspreken, dan word je uitgelegd waarom degene die is weggegaan het toch nog allemaal niet begreep. De echte waarde wordt niet gezien. Gelukkig zie jij dat wel! Ook na deze achtste bedorven vrucht keert je maag zich niet volledig om. Je bent immers al zo ver op het pad.

Wat gebeurt er nu?! De leider zelf wordt bekritiseerd door ganzen die het spel eerder verlaten hebben en door andere dieren. Hij wordt gevloerd (nr.58). Dit is de fase waarin een flink aantal ganzen het spel zullen verlaten. Hun maag kan het altijd bedorven vruchten niet langer aan. Maar, kijk, de leraar herrijst (nr.59), hernoemt zichzelf of zijn leer maar claimt dezelfde grootse prijzen en blijft dezelfde bedorven vruchten serveren. Hij kondigt echter wel aan ergens anders te beginnen. Maar raad eens? Hij noemt het ganzenbord……

Dit is de negende bedorven vrucht: er wordt aangehaakt bij een bekende filosofie of leer maar eigenlijk wordt er iets heel anders van gemaakt; door aan te haken op iets wat eeuwenoud is, komt er een glans van authenticiteit op te liggen.

Tenslotte: de leider blijkt ALTIJD te sjoemelen met titels en bevoegdheden. Hij beroept zich op een aantal claims maar bij nader onderzoek blijkt dit niet zo te zijn. De titel is gekocht, zelf verzonnen, van een al even foute leraar verkregen etc. In de analogie van het bordspel pretendeert de leider op nr.63 te staan (verlichting, meesterschap) maar in werkelijkheid is hij een mens met grote inzichten, gerealiseerd, gereïncarneerd én een fundamenteel onzekere, onvolwassen persoonlijkheid die in patronen vervalt die ronduit lijden veroorzaken. En dus af en toe rake adviezen en een psychologisch inzicht in de behoeften van mensen op het spirituele pad combineert met onethisch gedrag.

Naast deze 10 verboden vruchten zijn er nog een stel andere. Kijk maar welke jij herkent op deze site.

Opspringende kikkers

Het bovenstaande is geen prettige opsomming van zaken. En de leerling die dit meemaakt – er zijn tientallen leraren en groepen die zo functioneren en dus honderden, duizenden leerlingen – zit met een groot dilemma. Het dilemma luidt: hoe is het mogelijk dat deze mens/leraar, die zich beroept op een leer die liefde, mededogen, wijsheid uitwasemt, zich zo misdraagt enerzijds en tegelijkertijd toch ook waardevolle adviezen geeft, zelf al die jaren (vaak tientallen) van beoefening er zelf in gestoken heeft en overduidelijk de intentie en het geloof koestert dat hij alles doet om anderen gelukkig te maken?

Dat dilemma zorgt er voor dat de leerling, ook als deze al enige tijd de leider en groep verlaten heeft, toch moeite heeft met zichzelf in het reine te komen. Moeite heeft met het uitdragen van de kwalijke kanten – juist omdat de goede kanten ook gezien worden.

In het ganzenbordspel zijn er aan de zijkant opspringende kikkers en wegvliegende ganzen. Zij staan voor dit dilemma als geheel en de specifieke formuleringen ervan. Ik noem er een paar:

Als je blijft, kun je van binnenuit verandering tot stand brengen
Vele ganzen hebben de illusie dat ze de leider tot inzicht kunnen brengen. Dat hij erkent welk lijden hij veroorzaakt en dat hij zijn patronen doorbreekt opdat alleen het goede overblijft. En zij zullen iedere keer aankomen met brokjes waaruit zij afleiden dat het toch echt een goede kant op gaat. Dit kan er voor zorgen dat ganzen nog jaren blijven. Maar het is een illusie. De leider zal nooit zijn patronen doorbreken, zal nooit sterven aan zijn ego. De beloning voor het vasthouden aan de patronen is immers te groot en verleidelijk: hij krijgt erkenning, geld, macht, bewondering. En hij kan aanvoelen dat dit tot het einde van zijn leven zo zal blijven. Waarom dan veranderen?
De ganzen die loyaliteit en trouw hoog in hun eigen vaandel hebben, vormen een variatie op het bovenstaande. Ook zij zullen daarop stuk lopen.

Kikker twee draagt het bordje om z’n nek: ik voel een hartsverbinding met deze leraar. Ik heb echt heel veel gehad en heb nog veel aan zijn leiding en vertrouwen. Prima. Het voelen en aanzien van het lijden is echt nog niet groot genoeg voor je. Geen probleem. Lees dit en het deel 1 van dit drieluik over een jaar rustig nog eens.

Derde kikker zegt: alle wezens zijn Boeddha, dus ook een slechte leraar. Of, variatie daarop, de leraar is ook een gewoon mens en maakt dus fouten. Ja, op een absoluut niveau is dit zeker zo. Maar op een relatief niveau voel je je op een bepaald ogenblik toch ‘bevrijd’ van je waardigheid, van je integriteit, van je geld en nog zo wat zaken. Geef je me even het zwaard van Manjushri? Dzeeeeeeeeeeeeeennnnnnnngggggggg – word wakker!!!

Uiteindelijk valt het muntje altijd (altijd) de volgende kant uit: als de leer die uitgedragen wordt, er werkelijk een is van liefde, mededogen, vergroten van inzicht, bevrijding én er zijn leraren die bewijzen dat het mogelijk is dit uit te dragen zónder de aspecten van het kwalijke gedrag dat ik hier zie, dán stap ik er dus uit. Want als het ook goed kan, waarom zou je dit lijden dan nog langer toelaten? Bovendien: de belangrijkste leraren zijn het leven en jij zelf.

Epiloog/hoe nu verder

Herken je twee of meer van de bedorven vruchten die ik hierboven beschreef, dan hoop ik dat je toch gaat braken. Ikzelf heb ze alle tien vele malen binnengekregen en ben er goed ziek van geweest. Maar, hoe vervelend die realisatie ook is: ik heb ze geslikt en ik heb de passen gezet. Inclusief de argumenten van de opspringende kikkers.

Zoals ik al schreef heeft het geen zin om te hopen dat de leraar verandert. Dat gebeurt niet. Het lijden zal zich voortzetten want de ganzen zullen blijven beginnen.

De enige die kan veranderen, ben jij. Jezelf verwijten maken of schuldig voelen, is zonde van je energie. Feit is dat dit een rol in je leven heeft gespeeld en dat je nu afstand hebt genomen of gaat nemen. Het antibraakmiddel heb je voorhanden. Dat heet gevoel. Je lijf vertelt feilloos dat het niet werkt en dat je weg moet wezen. Dat laat je ook voelen hoe het is als je uit het spel gestapt bent: goed.

En wat doe je als je uit het spel bent? Je zet de zaken op een rijtje, je neemt je voor als je zelf de rol van leraar hebt opgenomen om zelf nooit deze bedorven vruchten te presenteren. En, als dat passend is, laat je de persoon die uit het spel wil stappen of net gestapt is dit stuk lezen.

In de titel staat dat het geen onschuldig spel is. Veel leerlingen lopen ernstige kwetsuren op die soms nog jarenlang door blijven woeden. Sommigen hebben zelfs psychologische hulp nodig, zeker als de groep sekte-achtige trekken is gaan vertonen.

Ik spreek hierbij mijn wens uit dat leerlingen van foute leraren de kracht zullen hebben weg te gaan en dat ze uiteindelijk inzien dat de dharma altijd hun leidraad kan zijn.

Reageren is niet mogelijk.