Duizendmaal je geboortedatum
Van een blog om te vertellen over het leven van het boek Geen brave borst en meer achtergrondinformatie zullen deze blogberichten ook gaan over het verdere leven van de auteur. En nu daar de diagnose ‘uitgezaaid’ aan hangt, zal het helaas ook veel clichématigs krijgen met verhalen over behandelingen en ervaringen.
Ik start vandaag met een gevoel van stil verdriet. Ruim 2.5 week geleden ging ik het lokale ziekenhuis in om een röntgen te laten maken om een oorzaak te achterhalen voor mijn steeds erger wordende rugpijn. Ik had al zo’n vermoeden. Natuurlijk moeten ze dan enkele gegevens van je noteren en checken. Ze hadden al mijn dossier van 2.5 jaar geleden maar up-to-date zijn, is noodzakelijk.
Sindsdien heb ik echter bij iedere afspraak minstens 5 x mijn geboortedatum moeten noemen. Je komt binnen en meldt je bij 1 loket om te zeggen dat je er bent. Wie bent u en wat is uw geboortedatum. Dan naar een spreekkamer, behandelruimte of wachtkamer. Dan nog minstens een paar keer. En tenslotte weer je geboortedatum als je bij een ander loket staat voor de volgende afspraak. En daar zitten mensen achter die dit alles aanhoren maar ondertussen slechts kijken op een beeldscherm. Ook je arts. Het kunnen eigenlijk net zo goed robots zijn. Het maakt niet uit. Er is geen werkelijk contact. Niemand die me heeft gevraagd hoe ik me voelde, hoe het emotioneel met me ging. Hooguit een opmerking dat ik zo rustig reageerde.
Bij het Alexander Monro ziekenhuis in Bilthoven is dit totaal anders. De eerste keer willen ze dit soort administratieve gegevens weten en is dat ook functioneel. Daarna ben je een mens, een naam met een leven er aan vast. En beginnen ze te vragen hoe het met je gaat, en met je man. En hoe je de ballen in de lucht houdt, of niet.
Het kan dus wel, een menselijke zorg. De zorgverleners in het lokale ziekenhuis zijn ongetwijfeld van goede wil. En deskundig. Ik twijfel er niet aan. Desalniettemin is het een grote fabriek, een garage waar je met een defect binnenstapt en (misschien) genezen naar buiten. Maar mijn hart bloedt. En ik denk dat ik een bordje ga maken waar mijn geboortedatum op staat. Die ik als een gimmick omhoog ga houden. Zodat ik in elk geval bekend ga worden als ‘de vrouw die het bordje omhoog houdt’. Duizendmaal.