Een ongeschreven code
Onder patiënten met (uitgezaaide vormen van) kanker bestaat een ongeschreven code, die zowel in de virtuele wereld wordt aangehouden als bij échte ontmoetingen wordt gehanteerd. De code zegt dat je de ander steunt, respecteert, bemoedigt, troost, opvrolijkt en wat maar nodig is in deze heftige tijd. En dat is hartstikke fijn want ook al heb je een lieve omgeving, mensen die zelf geen kanker hebben gehad, kunnen zich de impact (zowel lichamelijk als mentaal) hooguit voorstellen maar toch niet echt doorleven. En daar heb je zelf soms echt behoefte aan.
Maar de code heeft ook een schaduwzijde. Want als iemand meldt dat zij zulke bijwerkingen heeft als gevolg van de behandeling – en dit geldt dan met name voor bestralingen, en medicijnen gebruikt bij chemotherapie en anti-hormonale therapie – dan is het níet de bedoeling dat je zegt: “eigen schuld, dikke bult. Je had kunnen weten dat dit het gevolg zou zijn van je keuze om deze behandeling te doen. Wie zich brandt, moet op de blaren zitten.” Wat de meesten doen, is iets zeggen in de trant van: “Wat erg voor je. Ik hoop dat het snel over gaat.” Maar dat laatste is weer hypocriet, want het wordt niet beter. Sterker nog, bij chemotherapie wordt het alleen maar slechter en ga je nooit meer terug naar je gezondheidssituatie voordat je er mee begon. Vanaf de dag dat je start met chemotherapie bij uitgezaaide kanker, is er geen weg terug en gaat het vanaf dat moment langzaam maar zeker bergafwaarts. Het gaat langzaam zodat je het bijna niet door hebt, maar het is ontegenzeggelijk zo en blijf je er mee doorgaan, dan is iedere kans op remissie voorgoed voorbij en de dood onafwendbaar. Het lichaam kán eenvoudigweg niet meer herstellen van een continue dagelijkse dosis gif. Er is niemand die bij uitgezaaide borstkanker na jaren chemotherapie niet doodgaat.
Het is ook niet de bedoeling dat je waarschuwt voor bepaalde behandelingen. Ik lees regelmatig dat mensen zeggen: “was ik hier maar niet aan begonnen.” Maar niemand zegt dan: “Bij deze waarschuw ik degenen die na mij komen: doe het niet.”
Gevolg van dit alles is dat na jou nog duizenden mensen dezelfde ellende gaan meemaken en hetzelfde resultaat gaan ‘behalen’. En wat nog beroerder is, is dat de farmaceutische industrie er op rekent dat kankerpatiënten niet alleen braaf medicijnen blijven gebruiken die niet alleen geen genezing teweeg brengen, en een partij extra ellende richting het einde bezorgen, maar ook elkaar gevangen houden in deze eindeloze cyclus van een heilloze aanpak van het probleem. Onder het mom van respect voor ieders keuze doet iedereen toch hetzelfde en zien we mijlenver aankomen waar dit toe leidt. De farmaceutische industrie heeft daarmee een ideale doelgroep te pakken: bange mensen die bereid zijn ‘alles’ te doen en tot op de drempel van de dood dure medicijnen tot zich nemen die he-le-maal niks goeds doen.
De code wordt daarmee eerder een soort omerta zoals bij de maffia, een geheimhoudingsplicht om niet uit de school te klappen op straffe van uit de groep gegooid worden. Bij de maffia was de straf op het doorbreken van deze geheimhouding, de dood. Het beroerde hier is dat het je houden aan de code juist tot de dood leidt.
Ik heb voor mezelf besloten het als volgt aan te pakken: ik doe niet mee aan hypocrisie door te zeggen “hopelijk wordt het snel weer beter”, als ik weet dat dit godsonmogelijk is. Ik reageer vooralsnog helemaal niet op dit soort berichten in de betreffende online groepen. Maar ik hou ook niet mijn mond en gebruik deze blog om wel de feiten naar voren te brengen. En dan hoop ik maar dat er de komende jaren steeds meer moedige mensen opstaan die besluiten te gaan leren van hen die wél in remissie zijn gegaan en die de ervaring hebben dat we een enorm zelfgenezend vermogen met ons meedragen.